Extra Taalcafés dragen bij aan welkom voelen in Deventer
De oorlog in Oekraïne bracht een nieuwe groep vluchtelingen naar Nederland. De gemeente Deventer stelde opvanglocaties ter beschikking en veel particulieren vingen mensen thuis op. De nieuwe stroom vluchtelingen vroeg ook om uitbreiding van ons taalaanbod. Patricia Poelmann (coördinator DigiTaalhuis) vertelt over de totstandkoming van de extra Taalcafés.
"In april kregen we van de gemeente de opdracht om vier extra Taalcafés op te zetten. Er kwam er een naast de opvanglocatie in de Keulenstraat, een in de Bibliotheek Centrum en in Bathmen eerst in een tweedehands kledingwinkel opgericht door een groep Oekraïense vrouwen en later in de Dorpskerk. We trokken twee NT2-docenten aan die met de vrijwilligers de methode SpreekTaal gingen gebruiken. De Taalcafés werden naast Oekraïners ook bezocht door andere anderstaligen. Deze kwamen vooral uit het AZC in Schalkhaar en de vluchtelingenboot in Deventer."
"Niet alle Taalcafés bleken levensvatbaar. Eind augustus stopte het Taalcafé in de Keulenstraat en ook in Bathmen nam het animo aan het eind van het jaar dusdanig af, dat we ook daar moesten stoppen. Daarvoor in de plaats startte in het najaar een Taalcafé in Keizerslanden. Dit bleek goed aan te slaan. In het Centrum gingen we bijna aan ons eigen succes ten onder. Eén avond telden we maar liefst 58 deelnemers! De vluchtelingen op de boot hadden over ons gehoord."
Contact met anderen
"Het Taalcafé blijkt zeer gewild. Voor velen is het een fijne, informele manier om Nederlands te oefenen en in contact te komen met anderen. Los van leeftijd en achtergrond, scheppen we een ontspannen sfeer, waarin we vooral plezier proberen te hebben. Het biedt mensen, die vaak in moeilijke omstandigheden leven, een gelegenheid zich welkom te voelen en hun zinnen te verzetten. Tegelijkertijd verrijkt de kennismaking met andere culturen ons en beseffen we dat leven in een vrij land niet vanzelfsprekend is."