Sinterklaas in de Athenaeumbibliotheek
In 2014 ontving de Athenaeumbibliotheek een bijzondere schenking van Eugenie Boer. De kunsthistorica en taal-en letterkundige deed jarenlang onderzoek naar het Sinterklaasfeest in Nederland. Voor dit onderzoek verzamelde zij allerlei werken over Sinterklaas. Na haar dood ontving de Athenaeumbibliotheek circa 300 boeken, meer dan 40 mappen en diverse objecten. Allemaal herkenbaar aan het signatuur SINT. In dit blog duikt Rens Bleijenberg, medewerker van de Athenaeumbibliotheek, dieper in op deze collectie.
Door Rens Bleijenberg, medewerker Athenaeumbibliotheek
Deventer en Sinterklaas zijn al eeuwen aan elkaar verbonden. Het huidige Sinterklaasfeest kent zijn oorsprong in het levensverhaal van een bisschop uit Myra in het huidige Turkije. De bisschop stond bekend als rechtvaardig en hij had aandacht voor de mensen die het moeilijk hadden. Ook zou de bisschop allerlei wonderen hebben verricht. Zo redde hij de levens van kinderen en bracht hij een storm op zee tot bedaren. Deze legendes zorgden ervoor dat de bisschop na zijn leven heilig werd verklaard en de beschermheilige werd van onder andere kinderen, armen, zeelieden, prostituees en koopmannen. Als beschermheilige van de zeelieden en koopmannen werd de heilige Nicolaas een belangrijke man voor havenstad Deventer. Een illustratie hiervan is de Bergkerk. In de twaalfde eeuw, in de hoogtijdagen van de Hanze, werd deze kerk in het toenmalige havenkwartier gebouwd en gewijd aan Sint Nicolaas.
Vanaf de middeleeuwen zie je allerlei vormen van een Sinterklaasfeest naast elkaar bestaan. Een voorbeeld van zo’n viering is het kinder- of narrenbisschopsfeest, dat ook in Deventer werd gevierd. In de stedelijke administratie van Deventer wordt al in 1347 melding gemaakt van het feest. De leerlingen van de Latijnse School kozen hun eigen kinderbisschop. Deze kinderbisschop draaide de rollen voor even om. Hij mocht bepalen wat er gebeurde. Behalve het feest had ook de figuur Sinterklaas zelf verschillende gedaantes. Dit was deels een gevolg van de Reformatie, waardoor katholieke elementen geen plaats meer hadden in het hervormde Nederland.
Piet
Boers collectie toont hoe het hedendaagse Sinterklaasfeest pas rond 1850 de huidige vorm kreeg. De Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman schreef in 1850 het boekje Sint Nikolaas en zijn Knecht. In dit kinderboek kwam Sinterklaas aan met een stoomboot uit Spanje en werd hij, voor het eerst, bijgestaan door een hulp. Deze hulp was een zwarte man. Later kreeg deze hulp een naam. In de eerste jaren werd hij Pieterbaas genoemd, later werd dit Zwarte Piet of Piet. In de collectie van Eugenie Boer komt de ‘zwarte Piet’ voor het eerst voor in uitgaven uit de jaren ’20 van de vorige eeuw. Zijn uiterlijk verschilde ook. In deze beginjaren had de hulp soms een Fez op, soms een baret. Aan het einde van de negentiende eeuw werden er racistische kenmerken toegevoegd aan Piet, zoals de rode lippen en gouden oorringen, verwijzend naar het koloniale verleden. Boer beargumenteerde dat het uiterlijk en het karakter van Piet gebaseerd zijn op de zwarte pages die in het huishouden hielpen bij welgestelde gezinnen in de 18e en 19e eeuw. Als teken van macht en rijkdom lieten notabelen zich vaak afbeelden met een zwarte page. Door kolonialisme en slavernij was het normaal geworden om een zwarte bediende in huis te nemen. De racistische uiterlijke kenmerken en karaktertrekken die in het begin van de twintigste eeuw werden toegevoegd aan Piet passen in deze context. Tegenwoordig wordt de term ‘Zwarte Piet’ nog nauwelijks gebruikt. Ook andere benamingen zoals ‘knecht’ zijn verdwenen. En net als jaren eerder verandert Piet van uiterlijk. Vandaag de dag hebben we bijna overal een Piet met roetvegen en zonder oorbellen en rode lippen. De kleding van deze Piet lijkt nog op de kleding van de Piet uit het boek van Schenkman.
De schenking van Eugenie Boer laat zien hoe het feest zich ontwikkelde van een religieus feest naar een volksfeest. In al die jaren werden er aspecten aan het verhaal toegevoegd, zoals Piet, en verdwenen aspecten uit het verhaal. De toevoeging van een zwarte hulp is een recent verschijnsel in de al eeuwenoude Sinterklaastraditie. Het is dus niet redelijk om te spreken van een lange traditie als het gaat om ‘Zwarte Piet’. Wat deze collectie juist laat zien is dat het feest continue aan verandering onderhevig is. De recente aanpassing van een ‘zwarte piet’ naar een ‘roetveegpiet’ is dan ook geen geschiedvervalsing, maar een voorbeeld van hoe een traditie dynamisch kan zijn. Het feest heeft zich aanpast zodat iedereen in Nederland zich kan herkennen in de Sinterklaasviering.
St. Nikolaas en zijn Knecht, SINT 316.
Meer lezen?
- Eugenie Boer, ‘Nieuw licht op Zwarte Piet. Een kunsthistorisch antwoord op de vraag naar de herkomst van Zwarte Piet’, in: Volkskundig Bulletin 19:1 (2013), p. 1-35.
- Eugenie Boer, ‘Sint Nicolaas in het ‘oude’ kinderboek’, in: Literatuur zonder Leeftijd 8 (1994), p. 123 – 136. Eugenie Boer, ‘De Sint Nicolaas van Jan Schenkman. Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan’, in: Ons Amsterdam 47:12 (1995), p. 282-286.
- Frits Booy, ‘Het Sinterklaasfeest in de achttiende-eeuwse kinder- en jeugdliteratuur’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 40 (2017), p. 149-159.
- J. Toet, ’t Deventer Sint Nicolaas Feest 1860 – 1994 (Deventer 1994).
- W.A. van Hengel, Sint-Nikolaas en het Sint-Nikolaasfeest (1831).
- W. Koops, M. Pieper en E. Boer, Sinterklaas Verklaard (Amsterdam, 2009).