Maand van de geschiedenis: ‘Echt neppe’ boeken

Gepubliceerd op: 22 oktober 2024 09:23

Oktober is de Maand van de Geschiedenis, met dit jaar het thema: Echt nep. In de boekenwereld zijn er tal van echte neppers te bedenken, van nepnieuws tot nepboeken. In dit blog wil ik het hebben over de allereerste gedrukte boeken: de wiegendrukken. Want eigenlijk kun je deze boeken opvatten als neppers.

Door Carlijn Tetteroo, metadataspecialist Athenaeumbibliotheek

 

Wiegendrukken als nep-handschriften

Voor de uitvinding van de boekdrukkunst in het midden van de vijftiende eeuw werden alle boeken met de hand geschreven. Elk handschrift was dus uniek en vergde een enorme tijdsinvestering. De uitvinding van de boekdrukkunst door Johannes Gutenberg bracht hier verandering in. Met zijn losse loden letters konden honderden kopieën van een tekst worden geproduceerd in een fractie van de tijd van het handwerk van eerder. Hoewel dit vaak een revolutie wordt genoemd, was het geen revolutie in de zin dat het radicaal tegen de gevestigde orde inging. Integendeel, de boeken uit de vroege boekdrukkunst – de wiegendrukken – aapten in alles de oude handschriften na. In het kader van het thema van de Maand van de Geschiedenis zou je wiegendrukken dus als ‘echt neppe’ namaak-handschriften kunnen opvatten.

Wie is Wie?

Kijk bijvoorbeeld eens naar de afbeeldingen hieronder. Is het gedrukte boek makkelijk van het handschrift te onderscheiden? Links staat de wiegendruk, de Historia destructionis Troiae van de eerste Deventer drukker Richard Pafraet, en rechts het vijftiende-eeuwse handschrift met de Ecclesiastica historia gentis anglorum (aangevuld met visioenen) – beide afkomstig uit het Heer Florenshuis. Hier is goed te zien hoe sterk de gedrukte boeken leken op handschriften qua lay-out en vorm van de letters. Lettertypes werden ontworpen als dubbelgangers van geschreven schriften, tot afkortingen en aan elkaar geschreven letters aan toe.

De rode elementen in de afbeeldingen – de hoofdletters, het doorhalen van de eerste letter en vaak ook paragraaftekens (sub)titels en onderstrepingen – worden ook wel rubricatie genoemd (‘ruber’ is Latijn voor rood). Deze traditie uit de handschriftenperiode om boeken leesbaarder te maken en te verfraaien werd overgenomen in de boekdrukkunst. Hoewel in de vroege boekdrukkunst wel al in gekleurde inkt gedrukt kon worden, werd dit maar sporadisch gedaan. Meestal werd de rubricatie na het drukken met de hand toegevoegd. Hiervoor werd dan ook ruimte opengelaten, net zoals de kopiist dat deed in handschriften – wederom slim afgekeken!

Hoewel verschillende elementen met de hand werden toegevoegd, waren wiegendrukken toch veel uniformer dan handschriften. In de periode van de vroege boekdrukkunst zie je daardoor een tegenbeweging opkomen van uiterst rijk gedecoreerde en kunstzinnige handschriften. Deze werden wederom nageaapt door drukkers, die kunstzinnige en unieke typografische stijlen gingen verzinnen. De meeste handschriften en gedrukte werken in de collectie van de Athenaeumbibliotheek zijn daarentegen best sober. Dit is terug te leiden tot de invloed van de moderne devoten, die de voorkeur gaven aan soberheid in plaats van weelderige decoraties in hun handschriften – en dat werd wederom gevolgd door de Deventer drukkers. Die soberheid zie je terug in de beperkte aanwezigheid van decoratieve elementen zoals houtsneden en in de relatief sobere vormgeving van de letters.

Wie is wie? (111 C 8 KL Nr. 5 in convoluut / 111 E 1 KL)

 

Grote en kleine namaken 

Beide boeken mogen dan sober zijn, ze zijn nog steeds indrukwekkend vanwege hun grote formaat. Grote folianten zoals deze vind je veel in de vroege drukperiode in Deventer, in de vorm van Bijbels en andere theologische werken, wetboeken en dus ook historische werken. De folianten karakteriseren Pafraets eerste drukperiode tussen 1477 en 1485. Later drukte Pafraet boekjes in kleiner formaat, waaronder veel schoolboekjes, bestemd voor de Latijnse school waar hij een nauwe relatie mee had. De rector van de Latijnse school Alexander Hegius woonde immers bij hem in huis.  

Kleinere gedrukte boeken en handschriften leken trouwens eveneens erg op elkaar. Hieronder zie je een voorbeeld van een wiegendruk en een handschrift die bij elkaar zijn gebonden in dezelfde band. Hier is haast niet meer te achterhalen of het gedrukte werk het handschrift na-aapt, of andersom. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat handschriften ook de invloed van gedrukte boeken konden ondergaan en dat beide van gelijke waarde waren: een boek is immers een boek!

 Opening van het handschrift en de gedrukte tekst in 10 W 6 KL

 

Alle genoemde werken, en nog veel meer, zijn te bekijken op athenaeumcollecties.nl

Meer lezen?

Lotte Hellinga, ‘The Gutenberg Revolutions’, in: A Companion to the History of the Book. [Hoboken/West Sussex] 2020, pp. 379-392.

Laura Cooijmans-Keizer, ‘Early printing along the Ijssel: Contextualising Deventer’s Success as a Centre of Incunabula Production’, in: Spotlights on Incunabula. [Boston] 2023, pp. 11-30.

L.A. Sheppard, ‘Printing at Deventer in the fifteenth century’, The Library, 24:3,4 (1943-44), pp. 101-119.

Ad Stijnman en Elizabeth Savage, Printing Colour 1400-1700: History, Techniques, Functions and Receptions. [Boston] 2015.