Een Baron schenkt boeken aan de bibliotheek in Deventer
Baron Willem Hendrik Jacob van Westreenen van Tiellant (1783-1848) kon vanaf 1810 met zijn familiekapitaal zonder veel concurrentie boeken kopen op veilingen en bij antiquaren. Hij bracht een prachtige collectie bij elkaar in zijn voorname stadspaleis aan de Prinsessegracht 30 in Den Haag. Op dit adres worden zijn verzamelingen nog steeds gekoesterd in wat nu het Museum van het Boek is. In de Athenaeumbibliotheek worden echter ook twee boeken uit de verzameling van de baron bewaard.
Door Bram Boers
Gedichten van Hegius
De baron verzamelde op meerdere terreinen, maar vooral handschriften en incunabelen. Hij schonk aan de toenmalige Stads- en Athenaeumbibliotheek in Deventer twee boeken. Het eerste was een uitgave van de gedichten van Alexander Hegius, in 1503 door Richard Pafraet in Deventer gedrukt (signatuur AB, 11 E 52 KL). Pafraet begon in 1477 in Deventer te drukken en ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste incunabeldrukkers in de noordelijke Nederlanden. Naast dikke folianten voor theologen drukte Pafraet ook voor de leerlingen van de Latijnse school. De rector van de school, Alexander Hegius, woonde bij hem in. Hegius streefde naar een radicale vernieuwing van het schoolcurriculum. Hij wilde een einde maken aan het eindeloze uit het hoofd leren van middeleeuwse Latijnse grammaticale regels en de lectuur invoeren van zuiver klassiek Latijn en, zo mogelijk, Grieks. Hegius publiceerde zijn eigen Neolatijnse gedichten in 1503. Deze werden in de twintigste eeuw door Jan Bedaux, oud-directeur van de Athenaeumbibliotheek, als proefschrift vertaald en becommentarieerd.
Het exemplaar van de Deventer druk dat Baron Van Westreenen schonk had al een rijke provenance. In het boek staat een inscriptie dat het tot de verzameling van Jacobus Koning (1770-1832) had behoord. Koning verzamelde vooral incunabelen. Hij was een vurig Costeriaan en verdedigde door dik en dun de aanspraken van Haarlem op de eretitel van bakermat van de boekdrukkunst. Door financiële problemen geplaagd moest hij zijn bibliotheek in 1828 laten veilen. Op deze veiling was de Engelse bibliofiel Richard Heber aanwezig, die de meeste van de 200 (!) incunabelen wist te bemachtigen. Heber (1773-1833) bracht een gigantische bibliotheek tot stand. Om deze te huisvesten had hij acht huizen in Engeland, Frankrijk en België. Hij kon maar korte tijd van zijn nieuwe aanwinst genieten. Na zijn dood werden zijn boeken geveild. Op deze veiling kocht Baron Van Westreenen de Deventer druk.
11 E 52 KL, schenkersnotitie
Dialogen van Hegius
De tweede schenking van de baron aan Deventer betrof opnieuw een door Hegius geschreven boek. Het was een uitgave van diens Dialogi, eveneens in 1503 door Richard Pafraet gedrukt (nu signatuur AB, 11 E 28 KL). De dialogen bevatten gesprekken tussen meester en leerling over allerlei facetten van het onderwijs. Zo komen onderwerpen uit de fysica, ethiek en theologie aan de orde. Deze dialogen ademen volgens Bedaux nog de geest van de middeleeuwen, maar de laatste twee werkjes waarin Hegius een zuiver gebruik van het Latijn bepleit laten een veel moderner geluid horen. Blijkens een ex libris op het dekblad stamt het boek uit de bibliotheek van de arts Johann Georg Kloss (1787-1854). Deze bouwde een prachtige bibliotheek op, waarbij hij zich er vooral op richtte incunabelen aan te kopen die in de Annales typographici van Panzer, de toenmalige incunabelbibliografie, nog niet beschreven waren. In 1835 liet hij zijn bibliotheek in Londen bij Sotheby veilen. In deze veiling zaten een aantal autografen van Melanchthon, dat wil zeggen boeken die zonder enige twijfel door Melanchthon zelf geschreven waren. Melanchthon was samen met Luther de belangrijkste hervormer in Duitsland en veranderde het schoolsysteem in protestantse zin. Door de handschriften te vergelijken wees de catalogussamensteller de handgeschreven aantekeningen in een groot aantal boeken aan Melanchthon toe. Nr. 1898 in de veilingcatalogus bevatte de Dialogi met de opmerking “Melanchton’s copy, with marginal notes”. Dit laatste zal, naast het feit dat het boek een vroege druk uit Deventer was, de belangstelling van de baron gewekt hebben. Baron Van Westreenen kocht het boek via de Londense antiquaar Thorpe.
11 E 28 KL, ex libris Kloss en eigenaarsinscriptie Van Westreenen
Na de veiling van zijn boeken richtte Kloss zich op de geschiedenis van de vrijmetselarij. Hij publiceerde een bibliografie van de vrijmetselarij en studies over de geschiedenis van de vrijmetselarij in Engeland en Frankrijk. Toen Baron van Westreenen de Dialogi ontvangen had maakte hij tevreden op het schutblad een notitie over Hegius als leraar van Erasmus en nam hij de opmerking van de catalogussamensteller over de marginale aantekeningen van Melanchthon over. Wat er een aantal jaren na de veiling gebeurde moet voor de Haagse bibliofiel schokkend zijn geweest. In 1840 publiceerde Sotheby een uitgebreid boek met facsimiles van de aantekeningen van Melanchthon. Hij had blijkbaar voorafgaand aan de veiling foto’s laten maken. In een cynisch artikel in Serapeum van 1841 reageerde Kloss woedend op dit boek. Hij klaagde over de belabberde kwaliteit van de veilingcatalogus en stelde dat de toeschrijvingen van Sotheby van de marginale aantekeningen aan Melanchthon voor het overgrote deel geheel op fantasie berustten. De veilinghouder had zich blijkbaar laten leiden door een wens aantekeningen van verschillende lezers aan de Duitse hervormer toe te schrijven. Had Sotheby in de vijf jaren na de veiling kritiek gekregen op zijn toewijzingen en publiceerde hij daarom dit boek als bewijsvoering? Merkwaardig is dat Kloss pas zo laat na de veiling reageerde. Had hij tijdens de veiling vooral rekening gehouden met zijn financiële belangen? De toeschrijving aan een autoriteit als Melanchton zal immers meer hebben opgeleverd. Hoe dit alles ook zij, de Deventer bibliotheek werd door de Baron verrijkt met twee kostbare boeken.
11 E 28 KL, notitie met aantekeningen over Hegius als leermeester van Erasmus
Literatuur:
J.C. Bedaux, Hegius poeta. Het leven en de Latijnse gedichten van Alexander Hegius. Proefschrift Leiden 1998
G.M. Cracken, ‘Marginalia attributed to Melanchthon’, in: Classical Philology, 28 (1938), p. 53-55
A. Hegius, Carmina. Deventer, Richard Pafraet, 1503 (AB, 11 E 52 KL)
A. Hegius, Dialogi. Deventer, Richard Pafraet, 1503 (AB, 11 E 28 KL)