Schoonmaakbedrijf Qleaning wil aanbod taalprogramma ook waar kunnen maken
Nee, je hoeft niet goed te kunnen lezen of schrijven om een goede schoonmaker te worden. Voor het invullen van een logboek is meestal een krabbel voldoende en anders lukt het wel met een beetje hulp van collega’s. Belangrijke veiligheidsinstructies kun je ook met pictogrammen weergeven. Dus wat is dan de reden van Anajah Quentin van schoonmaakbedrijf Qleaning om toch werk te willen maken van taal op zijn werkvloer? “Ik wil dat medewerkers meer uit het leven kunnen halen. Dat is voor het werk goed, maar het allerbelangrijkste goed voor de medewerker zelf.”
Quentin geeft eerlijk aan dat hij in eerste instantie helemaal er niet bij stil stond dat het probleem van laaggeletterdheid ook in zijn schoonmaakbedrijf speelde. “Daar werd ook niet over gesproken. Mensen schamen zich ervoor, durven er niet voor uit te komen en ik zag zelf de signalen niet bij de autochtone medewerkers. Pas toen ik een paar voorbeelden hoorde, zoals het excuus ik heb mijn leesbril niet bij me, viel bij mij het kwartje.”
Papiertje goed voor zelfvertrouwen
Nu Quentin weet dat hij zijn medewerkers kan ondersteunen bij het volgen van een taalprogramma, staat hij daar zeker voor open. “Wij hebben het werkbaar gemaakt voor de situatie van nu, maar het is goed om naast de schoonmaakopleiding ook aandacht te besteden aan taal op de werkvloer. De mensen vinden het gewoon mooi als ze een papiertje krijgen. Dat is goed voor hun zelfvertrouwen. Die opleiding wordt overigens ook afgestemd op taalniveau. Zo heeft een collega die moeilijk kan lezen en schrijven toch de opleiding gehaald. Hij is zo trots als een pauw natuurlijk. Er is niets mooier en nobeler dan dat je hier als werkgever voor kan zorgen.”
Werkgevers hebben leidraad nodig
Wat Quentin wel belangrijk vindt is dat hij als werkgever een procedure kan volgen als leidraad. “Dat we weten hoe we dit moeten signaleren, hoe we dit moeten oppakken en naar wie we kunnen doorverwijzen. Dit om te voorkomen dat we door de waan van de dag, drukte en andere zaken die er tussen door komen, dit blijft liggen. Dat geldt volgens mij voor alle werkgevers. We moeten voorkomen dat het bij een enthousiast plan blijft en we mensen vervolgens teleurstellen omdat we het niet waar kunnen maken. Als we de voorzet doen, dan moeten we ook kunnen schakelen. Als je nu A zegt, moet je ook alles klaar hebben om B te kunnen zeggen. Ik hoor graag welke lijnen we daarvoor moeten volgen.”