Blog: Van bomen en hoop
Ik woon in Amersfoort vlak bij landgoed Schothorst. De geschiedenis van deze plek gaat terug naar de ijstijd, zo’n 12.000 jaar geleden. Op de route waar ik altijd hardloop, loop ik over wat geologen een ‘dekzandrug’ noemen. Dit is mijn favoriete plek voor een paar warming-up oefeningen, de plek waar ik zicht heb op drie monumentale beukenbomen. Ze staan zo dicht bij elkaar dat in de zomer hun bladerdak door elkaar groeit. Nu, in de winter, kan ik de drie bomen met al hun grote en kleinere vertakkingen goed onderscheiden.
Ik ben geen bomenkenner, kan vaak de meest voorkomende soorten niet uit elkaar houden, maar als je mij zou vragen met welk natuurverschijnsel ik me het meest verwant voel dan is het wel met de boom. Ik kijk ernaar, geniet ervan en bomen geven mij ruimte voor reflectie.
Ik ben daarin natuurlijk niet uniek. Bomen maken veel los bij mensen. Er hoeft maar een boom gekapt te worden of de alarmbellen gaan af. Gelukkig zijn er mensen die zich inzetten voor het behoud van bomen. Dit laat zien dat zij zich persoonlijk verbonden voelen met hun omgeving. Over bomenkap gesproken, de monumentale beuk naast onze bibliotheek aan de Stromarkt is ziek en helaas niet meer te redden. De boom staat al bijna 150 jaar op deze plek. Wat heeft deze boom allemaal gezien of gehoord?
Het lijkt tegenstrijdig, die persoonlijke verbondenheid met de bomen in je eigen omgeving en de grootschalige beschadiging van de natuur wereldwijd. Iedere twee seconden verdwijnt er een voetbalveld aan bos. De grootste oorzaak hiervan is landbouw, bossen worden gekapt voor het verbouwen van producten als soja, palmolie, cacao of het houden van vee. Daarnaast verdwijnen bossen door houtkap, voor pulpplantages, de aanleg van wegen en voor mijnbouw.
De vloek van nootmuskaat
In ‘De vloek van de nootmuskaat’ van Amitav Ghosh, staat de nootmuskaatboom symbool voor de milieucrisis. Ghosh verbindt op een indringende wijze de strijd om het monopolie op de handel in nootmuskaat met de hedendaagse klimaatverandering. Het verhaal begint op de Banda-eilanden in Indonesië, onderdeel van de Molukken. De Banda eilanden waren rijk aan nootmuskaatbomen. Die specerijen werden in korte tijd geliefd, dus waardevol. De kolonisten van de VOC realiseerden zich deze waarde maar al te goed en alles en iedereen moest daarvoor wijken, ook de eilandbevolking. In het jaar 1621 vond binnen enkele weken een massaslachting plaats, we zouden het nu genocide noemen.
Ghosh laat zien dat kolonisatie, handel en extreem geweld samengaan en enorme schade berokkend aan mens en natuur. De huidige mondiale problemen zijn het resultaat van een eenzijdige kijk op de aarde waar de natuur vooral bestaat als een grondstof die mensen voor eigen doeleinden kunnen gebruiken. Hij beschrijft voorbeelden van de spiritualiteit van de oorspronkelijke gemeenschappen op de Banda eilanden en op andere plekken, waar de verbinding tussen mens en natuur centraal staat. Ghosh pleit ervoor om rivieren, bossen, planten, zeeën te zien als wezens met een geest, een ziel en vol levenskracht. Alleen met die manier van denken kunnen we -volgens hem- de huidige klimaatcrisis ombuigen.
Met de woorden van Ghosh ga je anders kijken naar de wereld om je heen, naar oorzaken van de milieucrisis en de eeuwenoude arrogantie van het kolonialisme. Dat is de kracht van boeken.
Het bos en veerkracht
Om bij bomen te blijven, ik las onlangs een artikel over het veertig hectare grootte bos Pando in Utah, Vereningde Staten. Pando is een bos maar ook een boom. Het gaat om een verzameling ratelpopulieren die genetisch identiek zijn aan elkaar. Door wetenschappelijk DNA-onderzoek blijkt het bos minstens 16.000 jaar oud te zijn, mogelijk zelfs 80.000 jaar. De plant kan zich niet seksueel voortplanten maar kloont zichzelf. Pando betekent in het latijn ‘ik verspreid'. Het bos is veerkrachtig, het blijft zich verjongen en lijkt minder gevoelig voor ziektes en klimaatschommelingen.
Berichten over veerkracht, nieuwe aanplant, omzetting van landbouwgrond in natuur, dat geeft weer hoop. En hoop hebben we nodig. “Kun je überhaupt nog hoop hebben in deze tijd?" vraagt Philip Blom zich af in zijn nieuwste boek. Hoop is vaak moeilijk te herkennen, schrijft Rebecca Solnit in haar boek over de
geschiedenis van activisme en sociale verandering. Hoop weeft als het ware een onderaards netwerk van verhalen en verbindingen dat op het eerste gezicht niet herkenbaar is. “Het is als een wortelvlechtwerk dat door de geschiedenis heen groeit, een onderaards mycelium waarvan we alleen maar de vruchten zien die boven de aarde als paddenstoelen opeens uit de grond lijken te schieten.”
De Bibliotheek als boom
Het bracht mij tot een gedachte die ik graag met jullie deel. In de gedachtegang van Ghosh is de geest van de rode beuk verbonden met deze plek. Als wij nou met elkaar proberen de geest van de boom levend te houden? We adopteren de rode beuk in onze gedachten. Onder de grond zit een enorm wortelstelsel, dat raakt onze tuin, onze bibliotheek, jou en mij.
Stel je eens voor, samen zorgen we ervoor dat deze wortels overal kunnen groeien. En dat er plotseling knolletjes leesplezier uit de grond komen. Of dat er woorden zacht klinken in de aarde waardoor minder geletterden hun taalvaardigheid kunnen oefenen of dat deze woorden schrijvers inspireert om die woorden of klanken tot nieuwe teksten te komen.
De wortel verspreiden zich over al onze vestigingen. Naar de Atheaneaumbibliotheek waar de wortels zich vermengen met miniaturen uit middeleeuwse handschriften of naar scholen waar ze tot bloei komen in lessen kunst- en cultuureducatie. De wortels die de wijken en dorpen bereiken waar ze samen met buurtbewoners geoogst kunnen worden om mooie dingen van te maken. De wortels dringen de muren van de schouwburg binnen waar ze de noten vormen voor de muziekmaakdagen. En zachtjes, tussen al die wortels door, klinken woorden als leesplezier, ontmoeten, kennis, gastvrij, voorlezen, digitale vaardigheden, stillezen, kranten, inspiratie, koffie, thee, knutseluurtjes, boekstartkoffertjes, informatie; bibliotheek.
Een wortelstelsel heeft ook voeding nodig. Die voeding halen we uit het betekenisvolle werk dat we doen, de verbondenheid met elkaar en met deze
organisatie.
Ik ben geen naïeve optimist, maar ik put hoop uit het bericht over tegendemonstranten die Britse asielcentra beschermen na extreemrechts geweld, hoop uit video's van zingende Afghaanse vrouwen die op social media protesteren tegen nieuwe strengere wetgeving, hoop uit initiatieven in Amerika die boekverboden in conservatieve staten proberen te omzeilen. Dichterbij huis put ik hoop uit alle blije gezichten van kinderen en ouders bij voorleesuurtjes, hoop uit de tieners die een slaapfeestje hadden in onze bibliotheek, hoop uit de deelname aan de schrijfworkshops, de nieuwe samenwerkingen die ontstaan in onze filialen met buurtbewoners en buurtorganisaties, hoop uit de start van de bloeiplaats van de bieb in Zwaluwenburg, uit enthousiaste vrijwilligers die het filiaal in Lettele open houden. Het wortelstelsel van de bibliotheek reikt ver, heel ver.
Wij vormen met elkaar het wortelstelsel van de Bibliotheek Deventer en door dat wortelstelsel in leven te houden dragen we zorg voor de verdere groei van iedere Deventenaar. Een bijna mysterieuze, maar vooral hoopvolle en optimistische beweging door de hele stad, door alle wijken en dorpen en verder het land in. Dat is mijn kerstgedachte.
Ik wens iedereen hele fijne feestdagen.
Alice van Diepen
Heb je belangstelling voor dit onderwerp? Laat het mij weten door een mail te sturen naar alicevandiepen@bibliotheekdeventer.nl